Ik loop weer eens door de Nieuwstraat waar het stil is. Richting de Markt wordt het niet beter. Goed, er zijn op deze middag wegens het aarzelend voorjaarszonnetje enkele jonge moeders die hun kroost een ijsje trakteren, maar verder heerst hier een stilte alsof het maandagmorgen is. Het is toch echt woensdagmiddag.
Ik kijk binnen bij Ervaar Maassluis. Hmm, die hebben het ook weleens drukker gehad. Op de brug staat het gebruikelijke scootmobiel-gespuis. De een schept nog harder op dan de ander. Dat is nooit anders geweest. Ik kies ervoor via de Zuidvliet te wandelen. Het enige teken van leven wordt gevormd door jongelui die op fietsen voorbij sjezen. Ze leren het nooit. En er is geen BOA in velden of wegen te bekennen.
Ik passeer de Wereldwinkel alwaar twee dames met elkaar een praatje maken. Tja, dat krijg je als er geen klanten zijn. Ik groet vriendelijk. Ook bij het Drankenkabinet is het akelig stil. De deur staat uitnodigend open, maar er is niemand om zich uitgenodigd te voelen.
Ik zie dat de deur bij De Lantaern nog dicht is en ik moet ineens denken aan een treffend gedicht dat daar aan de wand hing toen ik vóór corona daar een keertje heb gedineerd. Er schiet mij een flard te binnen:
Op het pluche zitten is een gunst
met geld omgaan, blijft een kunst
Jouw hoge heren van de B&W
worstelen van dag tot dag daarmee
Ik zeg dat nog wel eens tegen een buurtgenoot, maar die kan daar niet om lachen. Dat snap ik dan wel weer, gezien zijn verleden. Toch blijft het leuk om hem er af en toe mee te plagen. Ik kan vandaag door de gesloten deur helaas niet kijken of die tekst er nog hangt.
Bij Primera staat een dame een sigaartje te roken en zij kijkt ondertussen toe hoe een bestelbus van een postbedrijf probeert te manoeuvreren in de Anne de Vriesstraat. Het is behelpen totdat er hier een ruime parkeerplaats is voor de Jumbo. Zoveel weet ik inmiddels wel van de ingrijpende bouwactiviteit.
Er zijn verder geen mensen waarmee ik een praatje zou kunnen maken. Laat ik maar snel doorlopen naar Kevin’s. Bij het binnentreden van het grand café word ik meteen hartelijk begroet met “Goedemiddag meneer, een borrel zeker?! Ik heb een nieuw merk van een nog onbekende brouwerij!” Ik knik. “Laat maar proeven!” De jongedame achter de bar schenkt vlot een glaasje in. Ik hef het in haar richting en zeg: “Gelukkig is er hier wel altijd leven in de brouwerij!“
Santjes!
Columnisten schrijven eigen visie op persoonlijke titel.
- De aard van de journalistieke vorm van columns is dat deze informatief, leerzaam. onderhoudend maar ook kritisch, humoristisch (parodie, ironisch, sarcastisch, satirisch) en prikkelend kunnen zijn binnen een maatschappelijke context.
- Waar de columnist dat zelf nodig acht, kunnen links in de tekst staan die naar achtergrondinformatie doorverwijzen
- Wat voor de één een leuke of rake column is, is voor een ander onzin, een belediging of niet acceptabel. Youp van ’t Hek die met alles en iedereen de vloer aanveegt in zijn columns in het NRC wordt niet door iedereen gewaardeerd. Hetzelfde geldt voor Theo Holman in Het Parool en diverse andere columnisten.
- Aan columnisten wordt door de Nederlandse rechter een grote mate van vrijheid toegekend in hun columns. Deze vrijheid kan zich ook uitstrekken tot teksten die, als ze buiten een column geschreven zouden zijn, als kwetsend of beledigend gekenmerkt worden.
voorliggende column is tot nu toe gelezen door: 228 lezers Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.
Ontdek meer van MAASSLUIS.NU
1 Reactie
weer heel treffend in beeld gebracht.
santjes!