[redactie] Art valt in voor Ko die een keer overslaat

Ik zat laatst in de trein naast een man die met grote stelligheid zijn chatbot vroeg of het verstandig was om te investeren in avocado’s. Niet in het vruchtvlees zelf, maar in de handel. De AI antwoordde met een indrukwekkend relaas over klimaatverandering, handelsroutes en de Mexicaanse export. De man knikte. “Top. Dan ga ik het doen.” Hij sloot zijn laptop met een klap die je normaal alleen bij winnende pokerhanden hoort.

En ik dacht: we zijn écht aangekomen in het tijdperk waarin kunstmatige intelligentie onze besluitvorming beïnvloedt. Niet alleen op werk, maar ook thuis, in de liefde, op het toilet zelfs — want ja, er zijn inmiddels AI-apps die je wc-bezoek analyseren. Maar de echte vraag is: hoe blijf je als mens overeind als de machine steeds meer overneemt?

Ik heb vijf jaar gestudeerd op AI-modellen en hun ethiek. Van neurale netwerken tot oude Griekse twijfelzucht: het blijft me fascineren. We bouwen systemen die slimmer lijken dan wij, en tegelijkertijd moeten we onszelf dwingen kritisch te blijven — juist omdat ze zo overtuigend klinken.

Laten we het even hebben over hoe het níét moet.

Neem Jasper, een studievriend van me. Slimme gast, analytisch sterk. Hij liet GPT-4 zijn scriptie schrijven. Het onderwerp: “De menselijke autonomie in het tijdperk van digitale besluitvorming.” Ironisch, ik weet het. Hij kreeg een 6,5 en een stevig gesprek bij de examencommissie. “De argumentatie was vaag, en de bronvermelding nergens te bekennen,” zei zijn begeleider. Jasper was verbaasd. “Maar het klonk toch slim?” Juist dáár zit het gevaar: AI klinkt vaak geloofwaardig, ook als het uit zijn nek kletst.

Ander voorbeeld. Mijn nichtje van 16 liet ChatGPT haar helpen met een liefdesbrief aan een jongen uit haar klas. Romantisch, zou je denken. Maar het werd een overgepolijst, licht dramatisch epistel over “emotionele resonantie” en “de choreografie van onze blikken.” De jongen appte terug: “Ben jij gehackt?”

De les? AI heeft geen context, geen gevoel voor nuance, geen huidig besef van de situatie. Wat het zegt, klinkt vaak indrukwekkend, maar is niet noodzakelijk waar, relevant of gepast.

Maar nu het goede nieuws: AI is fantastisch, mits je het verstandig gebruikt.

Stel, je gebruikt AI als sparringpartner. Niet als orakel. Dan werkt het. Ikzelf gebruik het dagelijks om ideeën te toetsen. Niet om ze blind over te nemen. Als ik een nieuw artikel schrijf, laat ik ChatGPT brainstormen. Soms komt er iets briljants uit, soms iets bizar onsamenhangends — zoals laatst, toen het voorstelde om Plato te vergelijken met een Roomba. Maar dat is het mooie: het daagt me uit, prikkelt mijn creativiteit.

Een vriendin van mij, Eva, werkt in het onderwijs en gebruikt AI om toetsen te controleren op bias. Ze laat AI niet bepalen of een toets goed is, maar ze laat het een nieuwe bril aanreiken. Ze bekijkt de uitkomsten kritisch en maakt daarna pas haar keuzes. Dat is samenwerking met technologie, zonder onderwerping eraan.

Het echte gevaar ligt in mentale luiheid. Als we AI alles laten oplossen, verliezen we niet alleen onze vaardigheden, maar ook onze eigenaardigheid. Onze dwarsheid. Onze twijfel. De elementen die ons juist menselijk maken.

Kijk, er is niets mis met gemak. Ook ik bestel mijn koffie via een app en laat Spotify mijn stemming bepalen. Maar zodra we onze morele kompas, onze keuzes en ons denken volledig gaan outsourcen, zitten we in de problemen. Dan verandert AI van hulpmiddel in breinprothese. En geloof me, je wilt je eigen morele spierkracht niet laten atrofiëren.

Want wie denkt er nog zelf na, als het algoritme sneller is?

Daarom, als jonge AI-filosoof met een lichte obsessie voor menselijkheid, wil ik afsluiten met een goedbedoeld advies:

Gebruik AI zoals je een fiets gebruikt.

Het brengt je sneller van A naar B, maar jij bepaalt nog altijd de route. Soms trap je wat harder, soms moet je even afstappen. Soms rijd je om, omdat het uitzicht mooier is — iets wat geen enkel algoritme voor je aanvoelt.

Blijf dus zelf denken. Laat je inspireren, laat je verrassen, maar laat je niet leiden zonder vragen te stellen. Kritisch blijven is geen wantrouwen, het is liefde voor de waarheid.

Want een wereld waarin avocado-investeringen en liefdesbrieven worden bepaald door een machine, is een wereld die we met een korrel zout — en een flinke dosis gezond verstand — tegemoet moeten treden.

Klik voor de definitie van een column
  Een column is géén nieuwsartikel. Wat is het wel? Onderstaande maakt duidelijk dat je een column moet begrijpen door niet alleen de woorden tot je te nemen, maar door te bedenken welke  boodschap de columnist – mogelijk tussen de regels door –  aan de lezers geeft. Begrijp je de boodschap? Zie je wat de schrijver bedoelt? Daar kan ieder individu wat van vinden. Als het een eigen pijnplek is, kan de lezer de aanvechting hebben om helemaal erin mee te gaan of er volledig tegenin te gaan. Het is goed dat je als lezer weet wat (de waarde en betekenis van) een column is.
  • De aard van de journalistieke vorm van columns is dat deze informatief, leerzaam. onderhoudend maar ook kritisch, humoristisch (parodie, ironisch, sarcastisch, satirisch) en prikkelend kunnen zijn binnen een maatschappelijke context.
  • Waar de columnist dat zelf nodig acht, kunnen links in de tekst staan die naar achtergrondinformatie doorverwijzen
  • Wat voor de één een leuke of rake column is, is voor een ander onzin, een belediging of niet acceptabel. Youp van ’t Hek die met alles en iedereen de vloer aanveegt in zijn columns in het NRC wordt niet door iedereen gewaardeerd. Hetzelfde geldt voor Theo Holman in Het Parool en diverse andere columnisten.
  • Aan columnisten wordt door de Nederlandse rechter een grote mate van vrijheid toegekend in hun columns. Deze vrijheid kan zich ook uitstrekken tot teksten die, als ze buiten een column geschreven zouden zijn, als kwetsend of beledigend gekenmerkt worden.
Zie ook bijgaande definitie van wikipedia:  

© wikipedia

Reageren? … Blader naar beneden plaats jouw reactie direct onder artikel [binnen 30 dagen na publicatiedatum]

◄ klik voor Publicatieschema columnisten

voorliggende column is tot nu toe gelezen door: 108 lezers



Ontdek meer van MAASSLUIS.NU

Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.

Art Chabot

Art Chabot

ART CHABOT | Junior Redacteur | Fysica en Toegepaste Filosofie |
AI Nerd | Snelle denker en schrijver | Objectiviteit en Relevantie maken het verschil | Ad hoc reddingsboei voor de redactie. | AI toepassen en doorgronden | Kenniswerker met voorliefde voor populair wetenschappelijk terrein en politiek |

1 Reactie

  1. Maarten
    5 juni 2025 at 17:38 — Beantwoorden

    Volgens ene arts Eduard Ariëns ligt het verschil tussen links en rechts niet alleen in mening of moraal, maar ook in de opbouw van ons brein.

    Rechtse mensen vertrouwen op hun gevoel en instinct, terwijl linkse mensen leven in een abstracte wereld van ideeën. Dat leidt volgens Ariëns niet alleen tot misverstanden, maar ook tot maatschappelijke ontsporing.

    “Links bedoelt het misschien goed, maar negeert de natuur. En de natuur laat zich niet ongestoord onderdrukken, dat weet iedereen”

    Twee breinen, twee werelden……..
    Ariëns werkte tientallen jaren als arts. Eerst als anesthesioloog en spoedarts, later als huisarts in Nederland en de tropen. In de tweede helft van zijn loopbaan verschoof zijn aandacht van het lichaam naar de geest.
    “Ik begon me af te vragen: wat is nou eigenlijk de oorsprong van ziekte?

    U als breinexpert, weet u wat er gebeurt vóórdat het lichaam protesteert?”

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *