Laatst zat ik weer eens aan de keukentafel bij Els. Nou ja, ‘weer eens’ is misschien wat overdreven. Het was alweer een tijdje geleden. Vroeger waren we onafscheidelijk, maar het leven heeft zo zijn eigen wegen en voordat je het weet, zit er een oceaan van tijd en verschillen tussen jou en iemand die je ooit zo goed kende.
Els is al jaren ziek. Chronisch, ongeneeslijk, vermoeiend, frustrerend. Dat zegt ze tenminste zelf. Ze heeft het zwaar, dat ontken ik niet. Haar lichaam werkt tegen, de wereld is hard, en het voelt alsof ze altijd achter de feiten aanloopt. En dan haar man, Peter. Die krijgt het vaak te verduren. Hij doet het nooit goed. Hij begrijpt haar niet. Hij steunt haar niet op de juiste manier. Hij kan het nooit goed doen.
Terwijl ik mijn koffie inschonk – zwarte koffie, zoals het hoort – liet ik haar maar even praten. Soms is dat het beste. Maar ergens halverwege haar zoveelste tirade over hoe niemand haar echt begrijpt, legde ik mijn lepel neer en keek haar aan.
‘Els,’ zei ik, ‘je zit gevangen in een optelsom van ellende. Maar het leven is geen rekensom.’
Ze keek me fronsend aan. ‘Wat bedoel je?’
‘Je telt alles bij elkaar op. Elke gemiste kans, elk misverstand, elk moment dat iemand niet precies zegt wat jij nodig hebt om te horen. Je stapelt het allemaal op en kijkt dan naar die toren van teleurstellingen en denkt: zie je wel, het is allemaal mis. Maar zo werkt het leven niet. Het is geen optelsom, het is een mozaïek. Je kunt kiezen waar je naar kijkt.’
Ze roerde zwijgend in haar thee. ‘Dus je zegt dat ik het allemaal zelf doe?’
‘Nee,’ zei ik, ‘ik zeg dat je een keuze hebt in hoe je het ziet. Je hebt pijn, je bent moe, de wereld is niet altijd vriendelijk. Maar Peter brengt je wel elke ochtend thee, toch? En je zoon komt elke week langs. En je hebt een buurvrouw die voor je boodschappen doet. Dat telt toch ook?’
Ze zuchtte. ‘Ja, maar…’
‘Geen “ja, maar”.’ Ik lachte en tikte op haar hand. ‘Je bent niet verplicht om alles alleen te dragen, en je hoeft zeker niet alles wat misgaat op Peter af te reageren. Hij blijft. Dat zegt toch iets?’
Er viel een stilte. Ze keek uit het raam en ik zag haar schouders iets zakken. ‘Misschien heb je een punt,’ mompelde ze.
Ik grijnsde. ‘Natuurlijk heb ik een punt. Ik ben Cobi.’
Ze schoot in de lach. Een kleine overwinning.
Het leven is geen optelsom van tegenslagen. Je kunt er ook voor kiezen om de mooie stukjes te zien en ze een beetje op te poetsen. En soms moet je een vriendin hebben die dat tegen je zegt. Terwijl je koffie drinkt. Zwarte koffie, zoals het hoort.
Columnisten schrijven eigen visie op persoonlijke titel.
- De aard van de journalistieke vorm van columns is dat deze informatief, leerzaam. onderhoudend maar ook kritisch, humoristisch (parodie, ironisch, sarcastisch, satirisch) en prikkelend kunnen zijn binnen een maatschappelijke context.
- Waar de columnist dat zelf nodig acht, kunnen links in de tekst staan die naar achtergrondinformatie doorverwijzen
- Wat voor de één een leuke of rake column is, is voor een ander onzin, een belediging of niet acceptabel. Youp van ’t Hek die met alles en iedereen de vloer aanveegt in zijn columns in het NRC wordt niet door iedereen gewaardeerd. Hetzelfde geldt voor Theo Holman in Het Parool en diverse andere columnisten.
- Aan columnisten wordt door de Nederlandse rechter een grote mate van vrijheid toegekend in hun columns. Deze vrijheid kan zich ook uitstrekken tot teksten die, als ze buiten een column geschreven zouden zijn, als kwetsend of beledigend gekenmerkt worden.
voorliggende column is tot nu toe gelezen door: 118 lezers Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.
Ontdek meer van MAASSLUIS.NU