Soms denk ik aan de gesprekken die ik jarenlang voerde met vrouwen die bij me kwamen na een scheiding. Moeders, meestal. Dertigers of veertigers, met wallen onder de ogen, een hoofd vol vragen, en een hart vol schuldgevoelens. De vraag die ik in al die jaren het vaakst hoorde, was er eentje die altijd zacht werd uitgesproken, bijna fluisterend, alsof ze zich ervoor schaamden: “Ben ik de enige die hiermee worstelt?”
Daar bedoelden ze dan niet het verdriet mee. Of het loslaten van een man die ooit hun leven was. Nee, ze bedoelden het gedoe. Het voortdurende, stroperige gedoe ná de scheiding. Een ex-partner die onduidelijk communiceert over wie de kinderen wanneer haalt. Die op zondagavond ineens afzegt omdat ‘het toch niet uitkomt’. Die de alimentatie te laat of onvolledig overmaakt, maar daar zelf nauwelijks stress over lijkt te voelen. En die, als je daar iets van zegt, jou meteen wegzet als ‘moeilijk’ of ‘onredelijk’.
Nee, lieverd, je bent niet de enige.
De stille strijd
Wat mij altijd opviel in die gesprekken, was hoe deze vrouwen hun best deden om het allemaal alleen op te lossen. Ze hielden het netjes. Probeerden kalm te blijven. Gingen de confrontatie liever uit de weg, want “de kinderen moeten geen last hebben van onze ruzies.” Begrijp me goed: dat is bewonderenswaardig. Maar het is ook een recept voor uitputting.
Want terwijl zij rekenden, planden, corrigeerden, troostten, improviseerden en alles overeind hielden, speelde hij zijn eigen spel. Soms bewust, soms uit gemakzucht, soms omdat hij er werkelijk van overtuigd was dat hij het al zwaar genoeg had. Maar ondertussen zaten zij met de gebakken peren. De verplaatste sportdag die hij vergat. De rekening van de orthodontist die hij niet overmaakt. Het kind dat huilend thuiskomt omdat papa beloofde te komen kijken bij het toneelstukje — en niet kwam.
Dan zei ik: “Wat jij meemaakt, is niet uitzonderlijk. Maar het is ook niet normaal.”
Waarom het systeem tekortschiet
We hebben in Nederland best een aardig systeem voor scheidingen op papier. Co-ouderschap, alimentatieberekeningen, ouderschapsplannen. Maar papier is geduldig. Het leven is grilliger. En wat nergens in dat systeem voldoende wordt erkend, is hoe vaak vrouwen ná de scheiding nog jarenlang aan het repareren zijn wat mannen losjes en halfslachtig laten vallen.
Sommige vrouwen vonden dat lastig om te horen. Ze wilden geen “boze ex” zijn. Ze waren bang om verbitterd te klinken. Maar ik zei altijd: “Kritisch zijn is niet hetzelfde als verbitterd zijn. Het is je recht om te benoemen wat niet goed gaat.”
De kern van het probleem zit vaak niet in de scheiding zelf, maar in het ontbreken van consequent gedrag ná de scheiding. Want het ouderschap eindigt niet bij het zetten van de handtekening onder de convenant. Alleen vergeten sommige vaders dat, of kiezen ervoor het zich niet aan te trekken.
En dat is pijnlijk. Maar het zegt niets over jóu.
De kracht die blijft
De vrouwen die ik begeleidde, waren geen slachtoffers. Ook al voelden ze zich soms wel zo. Ze waren moe, ja. En gefrustreerd. Maar ik zag iets anders in hen: een veerkracht die onder de oppervlakte borrelde. Een soort oerkracht, die zich telkens opnieuw aandiende wanneer het echt nodig was.
Zij regelde tóch de opvang, als hij zich niet liet horen. Ze ving het verdriet van haar kinderen op, ook al zat ze zelf vol vragen. Zij zette haar eigen behoefte aan rust en erkenning even opzij om een veilige basis te creëren voor haar gezin. Niet omdat het haar makkelijk afging — maar omdat ze wist dat het moest. En omdat ze het kón.
En weet je wat? Op een dag kwamen deze vrouwen terug met rechte schouders. Vertelden dat ze hem nu formeel hadden laten aanspreken op de alimentatie. Of dat ze een mediator hadden ingeschakeld voor duidelijke afspraken. Of, en dat vond ik misschien wel het krachtigst, dat ze besloten hadden hun energie niet meer te verspillen aan zijn onbetrouwbaarheid.
Ze zeiden dan: “Ik reken nergens meer op. En dus word ik ook niet meer teleurgesteld.”
Jij bepaalt de toon
Wat ik al die jaren heb geprobeerd over te brengen, is dit: je kunt het gedrag van je ex niet veranderen. Je kunt niet forceren dat hij ineens volwassen communiceert, of dat hij zich plotseling verantwoordelijk gaat voelen. Maar je kunt wél bepalen hoe jij daarop reageert. Je kunt wél kiezen hoe jij je eigen grenzen bewaakt.
Dat betekent niet dat je alles maar moet slikken. Het betekent dat je zélf bepaalt waar jouw energie naartoe gaat. Niet naar boze appjes of eindeloze discussies over wie wat beloofd had. Maar naar het bouwen van een stevig nest voor jou en je kinderen. Naar het versterken van jouw zelfstandigheid. Naar het vertrouwen dat je goed bezig bent, zelfs als het lijkt alsof je het allemaal alleen doet.
Want weet je? Dat doe je ook. Maar je doet het verdomd goed.
Tot slot
Dus aan al die vrouwen die zich afvragen: “Ben ik de enige?” — nee. Je bent één van velen. Maar je bent ook uniek in jouw kracht, jouw keuzes, jouw weg. Je hoeft je niet te schamen voor je verdriet, je boosheid of je vermoeidheid. Maar weet dit: de echte stabiliteit komt van jou. Niet van hem. Niet van de regels. Maar van die innerlijke kern in jou die weet wat er nodig is, en dat doet.
Wees dus niet bang om af en toe even stil te staan en te zeggen: “Ik doe het goed. Misschien niet perfect. Maar wel krachtig, liefdevol en volhardend.”
En dat, lieve vrouw, is precies wat je kinderen zich later zullen herinneren. Niet zijn onduidelijkheid, maar jouw helderheid. Niet zijn afwezigheid, maar jouw aanwezigheid.
Blijf staan. Je bent niet de enige. Maar jij bent wél de spil.
Columnisten schrijven eigen visie op persoonlijke titel.
- De aard van de journalistieke vorm van columns is dat deze informatief, leerzaam. onderhoudend maar ook kritisch, humoristisch (parodie, ironisch, sarcastisch, satirisch) en prikkelend kunnen zijn binnen een maatschappelijke context.
- Waar de columnist dat zelf nodig acht, kunnen links in de tekst staan die naar achtergrondinformatie doorverwijzen
- Wat voor de één een leuke of rake column is, is voor een ander onzin, een belediging of niet acceptabel. Youp van ’t Hek die met alles en iedereen de vloer aanveegt in zijn columns in het NRC wordt niet door iedereen gewaardeerd. Hetzelfde geldt voor Theo Holman in Het Parool en diverse andere columnisten.
- Aan columnisten wordt door de Nederlandse rechter een grote mate van vrijheid toegekend in hun columns. Deze vrijheid kan zich ook uitstrekken tot teksten die, als ze buiten een column geschreven zouden zijn, als kwetsend of beledigend gekenmerkt worden.
voorliggende column is tot nu toe gelezen door: 157 lezers Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.
Ontdek meer van MAASSLUIS.NU
Geen Reactie