Klik voor de definitie van een column
  Een column is géén nieuwsartikel. Wat is het wel? Onderstaande maakt duidelijk dat je een column moet begrijpen door niet alleen de woorden tot je te nemen, maar door te bedenken welke  boodschap de columnist - mogelijk tussen de regels door -  aan de lezers geeft. Begrijp je de boodschap? Zie je wat de schrijver bedoelt? Daar kan ieder individu wat van vinden. Als het een eigen pijnplek is, kan de lezer de aanvechting hebben om helemaal erin mee te gaan of er volledig tegenin te gaan. Het is goed dat je als lezer weet wat (de waarde en betekenis van) een column is.
  • De aard van de journalistieke vorm van columns is dat deze informatief, leerzaam. onderhoudend maar ook kritisch, humoristisch (parodie, ironisch, sarcastisch, satirisch) en prikkelend kunnen zijn binnen een maatschappelijke context.
  • Waar de columnist dat zelf nodig acht, kunnen links in de tekst staan die naar achtergrondinformatie doorverwijzen
  • Wat voor de één een leuke of rake column is, is voor een ander onzin, een belediging of niet acceptabel. Youp van 't Hek die met alles en iedereen de vloer aanveegt in zijn columns in het NRC wordt niet door iedereen gewaardeerd. Hetzelfde geldt voor Theo Holman in Het Parool en diverse andere columnisten.
  • Aan columnisten wordt door de Nederlandse rechter een grote mate van vrijheid toegekend in hun columns. Deze vrijheid kan zich ook uitstrekken tot teksten die, als ze buiten een column geschreven zouden zijn, als kwetsend of beledigend gekenmerkt worden.
Zie ook bijgaande definitie van wikipedia:  

© wikipedia

column nr: 75

Ik herinner me het nog als de dag van gisteren: ik werd betrapt! Ik denk dat ik een jaar of tien, elf was en ik keek mee in het schriftje van het meisje dat naast mij zat. De juffrouw zag het gebeuren en vond het nodig om met mij met veel bombarie aan de schandpaal te nagelen.

Tenminste, zo voelde het toen voor mij. Mijn straf was dat ik aan een tafeltje vooraan moest zitten, alleen, geen buurmeisjes meer. Mijn tafeltje grensde aan dat van de juffrouw want dan kon zij mij extra goed in de gaten houden.

Dat dat uiteindelijk niet de oplossing bleek te zijn, werd in de weken daarna wel duidelijk. Mijn ouders werden op school uitgenodigd en het vermoeden van de juffrouw werd uitgesproken, “ze kan niet goed zien”. Mijn ouders kregen het advies om me mee te nemen naar de oogarts want de juffrouw dacht dat ik wel een bril nodig had.

Ik huilde tranen met tuiten, want ik wilde zeker geen bril op naar school. Kinderen met brillen werden gepest en daar ik al niet zo populair was in de klas voelde ik de bui al hangen. Ik had het niet voor niets zo lang verborgen kunnen houden.

Mijn ouders waren echter onverbiddelijk en na een bezoek aan het ziekenhuis was de diagnose al snel duidelijk, mijn ogen waren erg slecht en ik moest een bril. Alsof het zwaard van Damocles naar beneden stortte, ik was ontroostbaar.

Bij de opticien kreeg ik een bril aangemeten en ik weet nog dat we met de bril in de tas weer naar huis gingen want ik weigerde om hem op dat moment op te zetten. Mijn kamer was op de tweede verdieping van het huis en daar, in alle stilte, haalde ik de bril uit de tas en zette hem op. Pas toen ik uit mijn raam de tuin in keek, besefte ik dat mijn ogen inderdaad wel heel slecht waren. Ik kon de tegels van de tuin zien, ik kon planten los van elkaar zien. Het was een openbaring. Ik was zo onder de indruk dat ik naar beneden rende en aan mijn moeder vertelde wat ik allemaal kon zien in de tuin vanuit mijn kamer met die bril.

Ik had er wat meer vrede mee maar het bleef een noodzakelijk kwaad en deed mijn populariteit in de klas ook zeker geen goed, zoals ik al had verwacht natuurlijk.

Door de jaren heen bleef ik een haat-liefde verhouding houden met die bril. Elke nieuwe was steeds weer duur, dus ik moest er voorzichtig mee doen. Bij elk uitstapje of activiteit was ik me er altijd van bewust dat ik een bril op mijn hoofd had en dat ie kapot kon gaan. Wat ik in die tijd het meest geroepen heb is zonder twijfel: “Kijk uit voor mijn bril”. Bij iedere stoeipartij, sneeuwballengevecht, bij het schaatsen en de gymlessen, overal waar ik het risico maar enigszins hoog inschatte op een kapotte bril.

Terwijl ik dit schrijf realiseer ik me pas wat een invloed die bril op mijn leven heeft had. Om op een gegeven moment maar geen risico te lopen op een kapotte bril of glas in mijn oog deed ik aan veel dingen niet meer mee, dat leek me uiteindelijk een stuk veiliger. Het is me trouwens wel gelukt, mijn bril is nooit stuk gegaan en ik heb ook nooit glas in mijn ogen gekregen!

Eenmaal volwassen was ik toch wel klaar met die bril op mijn hoofd en wilde ik overstappen op contactlenzen. Volgens de opticien prima mogelijk want dat is uiteindelijk voor iedereen weggelegd. Tja, zo simpel bleek het toch ook weer niet te zijn, want ik had een ‘cilindrische afwijking’ in mijn ogen en het was maar de vraag of die correctie in de lens uitvoerbaar zou zijn. Ik moest ieder geval rekening houden met een lange periode van wennen. Geduld is niet een van mijn beste eigenschappen dus u raadt het al, de lenzen werden een fiasco. Helemaal toen ik met het oefenen van het inbrengen en er weer uithalen mijn oog beschadigde en ik weer twee weken mijn bril moest gaan dragen.

Inmiddels staat die bril al zolang op mijn neus dat ik niet beter meer weet. Heel af en toe word ik er weer eens aan herinnerd. Zoals vorige week toen ik voor het eerst met mondkapje en bril in de metro zat. Mijn bril besloeg continu en ik kreeg het er Spaans benauwd van, het was weer even zo’n moment dat ik dacht: ……… !

Reageren? ... Blader naar beneden plaats jouw reactie direct onder artikel [binnen 30 dagen na publicatiedatum]

⊗——het einde ——⊗

◄ klik voor Publicatieschema columnisten

voorliggende column is tot nu toe gelezen door: 173 lezers

Trudie Pasterkamp

Trudie Pasterkamp

Trudie Pasterkamp | Zaterdagcolumnist per 9-2017 | Coach Rouwverwerking & Verlies | Praktijk ELBE | Forum voor Maassluis■ Steunraadslid 2022-2026 ■