Columnisten schrijven eigen visie op persoonlijke titel.
- De aard van de journalistieke vorm van columns is dat deze informatief, leerzaam. onderhoudend maar ook kritisch, humoristisch (parodie, ironisch, sarcastisch, satirisch) en prikkelend kunnen zijn binnen een maatschappelijke context.
- Waar de columnist dat zelf nodig acht, kunnen links in de tekst staan die naar achtergrondinformatie doorverwijzen
- Wat voor de één een leuke of rake column is, is voor een ander onzin, een belediging of niet acceptabel. Youp van 't Hek die met alles en iedereen de vloer aanveegt in zijn columns in het NRC wordt niet door iedereen gewaardeerd. Hetzelfde geldt voor Theo Holman in Het Parool en diverse andere columnisten.
- Aan columnisten wordt door de Nederlandse rechter een grote mate van vrijheid toegekend in hun columns. Deze vrijheid kan zich ook uitstrekken tot teksten die, als ze buiten een column geschreven zouden zijn, als kwetsend of beledigend gekenmerkt worden.
uit de reeks columns over de antroposofische instelling waarvoor ik werkte.
In een groot woongebouw van de instelling was ons kantoorgedeelte. In de hal stond een enorme tafel. Vanwege de open sfeer die er heerste, kon het gebeuren dat er aan die tafel de nodige discussies en gesprekken zich ontwikkelden.
Op een dag ontstond er een gesprek over samenwonen binnen de instelling. Samenwonen voor mensen met een handicap was in die tijd nog geen vanzelfsprekendheid. Er bleven wat mensen rond de tafel hangen en meedoen met het gesprek. Ook een jonge vrouw in een rolstoel. Maar die viel in slaap, dachten wij.
De vraag was: – Mag er bij ons samengewoond worden?
Wij vroegen ons af of we daar open voor zouden staan.
Wij waren echt niet dom. Wij wisten heus wel dat er hier en daar gerommeld werd. Moesten we in de nieuwbouw units ontwikkelen waar samengewoond zou kunnen worden? Is er dan toezicht nodig en wie houdt dat toezicht dan?
Opeens gaan de ogen open van de vrouw die in slaap gesukkeld was. Ze zei: – Waarom moeten wij aan jullie vragen of wij samen mogen wonen? Dat hoeven jullie toch ook niet aan iemand te vragen?
Verrek!
Stomverbaasd keken wij haar aan! Dat was nu precies de essentie waar het om ging.
Natuurlijk mag er bij ons samengewoond worden. Alleen de weg er naar toe en de manier waarop zou een onderwerp kunnen zijn bij een persoonlijk kringgesprek.
In de instelling woonde een jongeman die verkering had met een meisje in een andere instelling. Ieder weekeind ging hij naar haar toe. Prima. Op een gegeven moment kwam de vraag over samenwonen. Het meisje mocht bij ons komen wonen, maar om te beginnen in een ander huis in een andere straat dan waar de jongen woonde.
Dat ging hartstikke goed.
Na een poosje mocht ze verhuizen naar een huis in dezelfde straat als waar de jongen woonde.
Daar ontstonden de problemen. Dat was te dicht bij.
Als ze ’s morgens haar washandje niet kon vinden, stak ze de straat over en vroeg ze aan hem: – Weet jij waar mijn washandje ligt?
Hij werd er knettergek van.
De relatie liep stuk.
Dat was natuurlijk verdrietig.
Maar wij hadden er heel erg veel van geleerd.
Reageren? ... Blader naar beneden plaats jouw reactie direct onder artikel [binnen 30 dagen na publicatiedatum]
voorliggende column is tot nu toe gelezen door: 246 lezers Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.
Ontdek meer van MAASSLUIS.NU