Klik voor de definitie van een column
  Een column is géén nieuwsartikel. Wat is het wel? Onderstaande maakt duidelijk dat je een column moet begrijpen door niet alleen de woorden tot je te nemen, maar door te bedenken welke  boodschap de columnist - mogelijk tussen de regels door -  aan de lezers geeft. Begrijp je de boodschap? Zie je wat de schrijver bedoelt? Daar kan ieder individu wat van vinden. Als het een eigen pijnplek is, kan de lezer de aanvechting hebben om helemaal erin mee te gaan of er volledig tegenin te gaan. Het is goed dat je als lezer weet wat (de waarde en betekenis van) een column is.
  • De aard van de journalistieke vorm van columns is dat deze informatief, leerzaam. onderhoudend maar ook kritisch, humoristisch (parodie, ironisch, sarcastisch, satirisch) en prikkelend kunnen zijn binnen een maatschappelijke context.
  • Waar de columnist dat zelf nodig acht, kunnen links in de tekst staan die naar achtergrondinformatie doorverwijzen
  • Wat voor de één een leuke of rake column is, is voor een ander onzin, een belediging of niet acceptabel. Youp van 't Hek die met alles en iedereen de vloer aanveegt in zijn columns in het NRC wordt niet door iedereen gewaardeerd. Hetzelfde geldt voor Theo Holman in Het Parool en diverse andere columnisten.
  • Aan columnisten wordt door de Nederlandse rechter een grote mate van vrijheid toegekend in hun columns. Deze vrijheid kan zich ook uitstrekken tot teksten die, als ze buiten een column geschreven zouden zijn, als kwetsend of beledigend gekenmerkt worden.
Zie ook bijgaande definitie van wikipedia:  

© wikipedia


column nr:  140

Tijd vliegt. Ze zeggen weleens dat je dat het beste aan jouw kinderen kunt zien. En dat klopt. Het voelt als gisteren dat ze nog maar een kleine hulpeloze baby was. Terwijl ze in werkelijkheid aan het pre-puberen is. Daar is weinig schattigs aan.

Maar ik zie het niet alleen aan mijn dochter. De tijd laat een veel duidelijkere boodschap achter bij mijn ouders. Vroeger toen ik dat kleine meisje was, leken mijn ouders onverwoestbaar. Sterk, slim en altijd aanwezig. In het begin stonden ze voor mij om me te beschermen. Met de jaren verschoven ze langzaam naast me. Om me te steunen. Om mijn hand vast te houden wanneer het spannend werd. Langzaam lieten ze me steeds meer los om mijn eigen beslissingen te laten nemen. Mijn eigen fouten te maken. Zo kon ik zelf de wereld ontdekken. Niet langer stonden ze voor me om de klappen op te vangen. Maar zonder twijfel wist ik dat ze achter me stonden, altijd. Ze steunden mij bij elke beslissing die ik nam en ze waren er altijd om mij op te vangen als het misging. Ze waren mijn rots in de branding. Mijn steunpilaar. Mijn vangnet. Mijn engelen zonder vleugels.

Nu zie ik de jaren in hun lijf geëtst staan. Het heeft zijn schade aangericht. De tijd is niet mild geweest voor hen. Hun sterke lijven breekbaar en broos. De jaren zijn van hun gezichten af te lezen. Elke rimpel en grijze haar lijkt een verhaal te vertellen. Niet langer zijn ze onverwoestbaar. Elk ziekenhuisbezoek komt binnen als een mokerslag. Elke kwaal doet pijn. Niet alleen bij hen.

Ik wil niets liever dan doen wat zij al die jaren geleden voor mij hebben gedaan. Ik wil voor ze staan om de klappen op te vangen. Maar dat kan ik niet. Omdat de klappen die zij te verwerken krijgen niet over te dragen zijn. Die zijn niet op te vangen door simpelweg voor ze te staan. Ik kan ze niet beschermen, hoe graag ik dat ook zou willen. Ik probeer naast ze te staan. Om hen te steunen, zoals ze mij al die jaren hebben gesteund. Maar hier is wel wat meer nodig dan een aai over de bol en een kus op een geschaafde knie om het beter te maken. Dus zit er niets anders op dan achter ze te staan. Hen te steunen bij elke beslissing die ze maken. Hoe moeilijk dat soms ook is.

Opeens besef ik dat mijn ouders er niet eindeloos zullen zijn. Dat er een einddatum is waar ik nog lang niet over na wil denken. Ik wil nog jaren van ze genieten. Het liefst voor altijd. Maar dat kan niet. Ooit gaat dat punt komen. De jaren eisen hun tol.

Hoe tijd zo dubbel kan zijn. Wanneer ik naar mijn dochter kijk, zie ik de jaren in groei. Hoop. Ik zie haar opbloeien tot een zelfverzekerde, vrolijke dame die weet wat ze wil. Aan de andere kant zie ik de achteruitgang bij mijn ouders. Ik zie de hoop vervagen en angsten die daarvoor in de plaats komen. Wat ik er wel niet voor over zou hebben om die angsten weg te nemen. Om de spoken te verjagen. Ik wil er voor hen zijn zoals zij er al die jaren voor mij waren.

Ik denk nog regelmatig aan mijn tienerjaren. Jaren waarin ik het hen niet makkelijk heb gemaakt. Spijt van alle ellende die ik hen bezorgd heb, van elk lelijk woord dat ik ooit gezegd heb. Toen dacht ik dat ik wel zonder hen kon. Ik had ze niet nodig. Ik kon het allemaal wel alleen. Als tiener voel je je onverwoestbaar. Nu weet ik dat ik mij zo alleen maar voelde door de onvoorwaardelijke steun en liefde die zij gaven.

Ik zou nu niet weten wat ik zonder mijn ouders zou moeten. Het idee dat de tijd doorgaat en zijn sporen achterlaat maakt mij bang. Ik kan alleen maar hopen dat ik nog vele jaren naast hen mag staan. Van ze mag genieten. En ooit hoop ik iets terug te kunnen doen. Zodat zij de tijd wat makkelijker kunnen dragen. Want de tijd vliegt en ik kan alleen maar hopen dat de tijd in hun geval, soms even stil kan staan.

Reageren? ... Blader naar beneden plaats jouw reactie direct onder artikel [binnen 30 dagen na publicatiedatum]

◄ klik voor Publicatieschema columnisten

voorliggende column is tot nu toe gelezen door: 203 lezers


Ontdek meer van MAASSLUIS.NU

Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.

Helga de Lelij

Helga de Lelij

Helga de Lelij│ Maandagcolumnist per 7/2017 │ Vrouw met kind en manloos huishouden │ Levensgenieter │ Blogger bij Love2bemama, FleurFlirt en Ik ben Helga │ (HRM bij Tedecon) │ Hard voor weinig en altijd… Ehm nooit.. Ehm dat dus!