www.maassluis.nu – CDA-vragen over windturbines

Het college van burgemeester en wethouders heeft vragen van het CDA van 7 augustus 2015 over het provinciaal onderzoek naar alternatieve locaties voor windturbines beantwoord.

In hoeverre bent u als college op de hoogte van het onderzoek van de provincie Zuid-Holland?
Wij zijn op de hoogte van het onderzoek van de provincie Zuid-Holland. In onze beantwoording op uw  vragen op grond van artikel 51 RvO van 2 oktober 2014 hebben wij onder de Nota Bene 1. aangegeven dat de stadsregio samen met de provincie op zoek is naar nieuwe locaties voor windturbines, aangezien niet alle locaties uit het huidige windconvenant gerealiseerd kunnen worden. De Dijk is toen ook als mogelijke potentiële locatie gemeld.

Op welke wijze gaat u als college ageren op het startdocument dat ter inzage zal worden gelegd?
Wij zullen naar aanleiding van het opnemen van De Dijk als een alternatieve locatie een inspraakreactie indienen als het startdocument ter visie ligt. Dit hebben wij op voorhand al reeds bij de regionale ambtelijke en bestuurlijke overleggen met de provincie kenbaar gemaakt. Ons standpunt is daar dus op voorhand bekend.

De provincie stelt dat zij bewoners, andere overheden en exploitanten wil betrekken bij het proces en het onderzoek. Welke inspanningen heeft de provincie al gedaan om colleges en raad te betrekken en hoe worden bewoners betrokken? En welke inspanning(en) gaat u plegen om deze betrokkenheid voor Maassluis maximaal in te zetten voor zowel de gemeente als de betrokken inwoners?
Enkel het college is tot nu toe betrokken geweest door de provincie. Richting de andere partijen is nog geen actie ondernomen. Men heeft enkel kennis kunnen nemen van het provinciale persbericht van donderdag 7 augustus jl. Zoals u heeft geleerd via het griffienieuws van vrijdag 8 augustus, hebben wij ter stond ook op donderdag 7 augustus jl.  een persbericht uit laten doen omdat naar onze mening het persbericht van de provincie de suggestie wekte dat wij (zouden) instemmen met de alternatieve locatie op De Dijk. Tevens hebben wij schriftelijk ons misgenoegen kenbaar gemaakt aan de provincie.

Locaties die eerder zijn afgevallen in het windconvenant van de voormalige stadsregio worden nu opnieuw door de provincie ter discussie gesteld. Wat betekent dit voor de status van het huidige windconvenant. Graag een toelichting. Ook vragen wij specifiek wat dit mogelijk kan betekenen voor de mogelijke plaatsing van windturbines aan de westzijde van Maassluis.
Het convenant is nog steeds van kracht. Tijdens de uitvoering van het convenant is echter door betrokken gemeenten geconstateerd dat een deel van de in het convenant aangewezen locaties om technische en/of bestuurlijke redenen niet of slechts deels gerealiseerd kunnen worden. Hierdoor kan volgens de provincie niet voldaan worden aan de regionale taakstelling van 150 MW en zouden er alternatieve locaties nodig zijn om de afgesproken opgave voor de regio te halen. De provincie heeft vervolgens een belemmeringenonderzoek uitgevoerd om te bepalen waar het fysiek-technisch gezien mogelijk moet zijn om extra windturbine locaties op te richten. Over de uitkomsten van deze studie is met de betrokken gemeenten gesproken en is men uiteindelijk tot een lijst van alternatieve locaties gekomen. Deze worden nu verder onderzocht in de MER.
Wij hebben bij de provincie aangedrongen eerst alle locaties uit het windconvenant te benutten (dus naast de te realiseren, ook de potentiële en de studielocaties) alvorens naar alternatieve locaties te gaan zoeken. De provincie heeft er echter voor gekozen zowel de locaties uit het windconvenant als de locaties die nadien uit een belemmeringenonderzoek naar voren kwamen te laten onderzoeken in een PlanMER.
De locatie ten westen van Maassluis is en blijft onderdeel van het convenant en wordt tevens meegenomen in het MER-onderzoek. Voorlopig worden 6 van de 8 windturbines als kansrijke locatie uit het convenant aangemerkt. De inzet is en blijft van de gemeente Rotterdam om deze locatie te realiseren. Wel trachten wij (nog steeds) om in overleg met de Rotterdam tot verplaatsing van de meest oostelijke windturbines over te gaan. Ook gelet op het feit dat er een alternatieve locatie is weergegeven ten westen van de windturbinelocatie Nieuwe Waterweg. Daar zit wat ons betreft dus ook schuifruimte.

Er zijn meerdere manieren om tot duurzame energie winning te komen, zoals zonne-energie, waterkracht, getijde energie. Deze kunnen ook bijdragen aan de doelstelling van de Provincie, bent u bereid om deze mogelijkheden nadrukkelijk in te brengen bij de provincie in het besluitvormingsproces. Graag een toelichting welke kansen u hiervoor ziet en op welke momenten?
Wij onderkennen de meerdere mogelijkheden om duurzame energie op te wekken en zijn hier uiteraard ook een groot voorstander van. Wij hebben ook bij de provincie gepolst in hoeverre de windenergie opgave uit het windconvenant ook op een andere duurzame wijze ingevuld kon en mocht worden. Het antwoord was echter duidelijk; de provincie heeft van het rijk de uitdrukkelijke specifieke opgave meegekregen de duurzame energie alleen middels windenergie op land te realiseren.

De provincie stelt dat uiteindelijk de Provinciale Staten het besluit tot opname in een herziene Verordening Ruimte (VRM) op te nemen. Welke invloed en welke beslissingsbevoegdheid heeft het gemeentebestuur van Maassluis, zowel College als gemeenteraad, op een provinciaal besluit?
Formeel kunnen wij tegen het besluit van de provincie een zienswijze indienen en onze zienswijze mondeling toelichten bij de commissie.
In onze ogen gaat er nog wel een belangrijke stap aan vooraf. Er is een bestuurlijke afspraak gemaakt dat er bestuurlijk draagvlak moet zijn voordat een locatie wordt opgenomen in de VRM. Na het doorlopen van de MER-procedure zal deze toetsing plaats moeten vinden. We hebben de provincie hier ook op gewezen middels onze brief van 8 augustus jl. Daarmee hopen we en gaan we er ook vanuit dat we geen gebruik hoeven te maken van de formele weg.

Hoofd Redactie

Hoofd Redactie

Hoofdredactie van Maassluis.Nu | Verzorgt berichtgeving die niet onder een specifiek redactieteam valt