MAASSLUIS | Op 15 november jl. mochten de raadsleden deelgenoot worden van de tekst van de uitspraak van de afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State over het opnieuw vastgestelde bestemmingsplan voor de Vlietlocatie, dit vrijwel direct na het bekend worden van de tekst van de uitspraak.

Dit in tegenstelling tot de eerdere uitspraak over het aanvankelijk vastgestelde bestemmingsplan voor de vlietlocatie, de voorlopige voorziening. Die werd namelijk niet toegezonden.

█ Het verschil in de aanpak was wellicht, dat degemeente in de voorlopige voorziening in het ongelijk werd gesteld.

Onze vragen onder artikel 51

Vraag 1
Kan de raad in het vervolg van alle rechterlijke uitspraken over besluiten van de raad snel deelgenoot worden gemaakt van die uitspraken?


In het vonnis van de afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State over de vlietlocatie werd in punt 10.6 verwezen naar een notitie van de gemeente d.d. 10 mei 2017 waarin melding werd gemaakt van 185 auto’s op de zaterdagmiddag in de vlietlocatie. Dit wijkt nogal af van de 150 getelde auto in de parkeerbalans die heeft gediend bij de vaststelling van het bestemmingsplan voor de vlietlocatie. De gemeente heeft gesteld dat de ‘185’ niet gelijk staat aan het getelde aantal in de parkeerbalans. De gemeente heeft voorts gesteld dat dit samenhangt met een kleiner bouwprogram.

Om met het laatste te beginnen, denken wij, dat een parkeertelling los staat van een bouwprogram. Er heeft onzes inziens ook geen wijziging plaats gevonden van de bouwkavel. Je gaat bij planvorming eerst tellen en daarna ga je kijken, wat kan ik in het gebied projecteren. Wij nemen ook aan dat die 185 parkeerplaatsen wel degelijk geteld zijn. Het zal toch niet zo zijn dat de diverse tellingen die in de parkeerbalans van Geurts en Schulze zijn opgenomen achter een bureau zijn neergeschreven. Zo risicovol wordt er toch niet gewerkt, dat een stedenbouwkundige exercitie wordt gestart met fictieve cijfers. Er is dan ook aan te nemen dat ook al is er geen gerenommeerd verkeersdeskundige bureau ingeschakeld toch met valide informatie is gewerkt. De vraag van de appellanten in de beroepzaak Vlietlocatie, dat het vreemd is dat er zo n groot verschil is tussen de tellingen is dan ook logisch.

Het komt ons voor dat met voormelde wijze vanreageren een discussie is willen voorkomen. Wij vinden dat een open overheid -waarvoor de gemeente Maassluis toch wil staan- op deze wijze geen processen moet voeren.

Vraag 2
Kunt U aangeven op welke wijze het cijfer van 185 uiteindelijk tot stand is gekomen.


Vraag 3
Kunt U aangeven op wat voor wijze het cijfer van 185 c.q. 150 dan wel zou zijn beïnvloed door het bouwprogram.

Redactie Politiek

Redactie Politiek

REDACTIE POLITIEK | Lokale politiek (gemeenteraad) | Relevante regionale politiek | Relevante landelijke politiek