MAASSLUIS | Middels een brief van 14 mei 2019 heeft D66 op grond van art.51 RvO aandacht gevraagd voor de consequenties van de gaswinning voor Maassluis en omgeving in het project Gaag-Monster.   

Vraag 2 van 7:

Gaswinning vindt via het gasveld Gaag-Monster ook onder de bodem van Maassluis plaats. Waarom vindt u het acceptabel dat er een bodemdaling van 2 cm tot 6 cm plaatsvindt?

B&W:

De gevolgen van de bodemdaling ten gevolge van de gaswinning zijn door TNO onderzocht. Vanaf de start van de winning is de maximaal te verwachten bodemdaling ten gevolge van de gaswinning 6 cm in het diepste punt van de bodemdalingskom.

Omdat reeds 4 cm bodemdaling zich heeft gerealiseerd, wordt voor Gaag-Monster nog een extra bodemdaling van maximaal 2 cm in het diepste punt van de bodemdalingskom verwacht. De daling vindt dus plaats overeenkomstig de berekeningen die ten grondslag liggen aan eerdere instemmingsbesluiten.

De minister stelt vast dat bodemdaling zeer geleidelijk en gelijkmatig verloopt. Dat betekent dat een bodemdaling van 6 cm zich over een periode van 30 jaar uitstrekt, hetgeen neerkomt op een gemiddelde daling ten gevolge van de gaswinning per jaar van 2 mm in het diepste punt van de kom welke daling afneemt met een zeer flauw verloop over een afstand van tussen de 2 en 4 km. Dit is ook de verwachting voor de komende periode.

Deze bodemdaling vindt plaats in een gebied waar ook door veen of inklinking van klei in de bovengrond autonome bodemdaling plaatsvindt. Deze autonome bodemdaling is onregelmatig en sinds de nulmeting in 1989 is de autonome bodemdaling 10 cm geweest. De bodemdaling wordt op basis van een meetplan iedere drie jaar gemonitord zodat afwijkend gedrag vroegtijdig kan worden gesignaleerd en zo nodig maatregelen kunnen worden genomen.


 

Hoofd Redactie

Hoofd Redactie

Hoofdredactie van Maassluis.Nu | Verzorgt berichtgeving die niet onder een specifiek redactieteam valt